Dementie heeft grote gevolgen voor hoe de persoon met dementie zich voelt, gedraagt en de wereld om zich heen beleeft. Voor de omgeving van de getroffene is het moeilijk om zich er iets bij voor te stellen. Daarom is omgaan met dementie een complexe taak.

Omdat dementie zo'n complex ziektebeeld heeft, is het belangrijk om inzicht te krijgen in het leven met dementie. De persoon met dementie kan zich niet aanpassen aan zijn omgeving, dus zal de omgeving zich zo goed mogelijk moeten aanpassen aan de zorgvrager. Voor de persoon met dementie en zijn omgeving heeft inleving zeer positieve gevolgen. Het inleven heeft als doel om meer begrip en empathie rondom dementie te creëren. Vanuit een beter begrip en inlevingsvermogen kan er voor personen met dementie ervarings- en belevingsgerichte zorg geboden worden. Op die manier wordt de zorg kwalitatiever. Dit vergroot de quality of life van de persoon met dementie.
Het inleven gebeurt vaak aan de hand van een programma op een VR-bril, dit is echter duur. Via een kort filmpje willen wij u een laagdrempelig alternatief aanbieden.

Het dementieproces kan je opdelen in verschillende fases een beginnende, een matige en een ernstige fase. Het is belangrijk om te weten dat tijdens de beginnende fase de zorgvrager de realiteit nog altijd ervaart zoals hij is. De zorgvrager beseft maar al te goed dat er iets aan de hand is en dat wekt stress, angst en onrust op. Daarom is het belangrijk dat de omgeving hier tactvol mee omgaat door de zorgvrager te helpen oriënteren en zaken te herinneren. Na verloop van tijd verdwijnt het ziektebesef en zal de zorgvrager niet meer beseffen dat hij bepaalde dingen niet meer kan. Ook het werkelijkheidsbesef verdwijnt waardoor ze een fantasiewereld opbouwen, dan gaan ze gebeurtenissen uit het verleden omvormen tot verhalen in het hier en nu. Hoe ver het ziekteproces ook gevorderd is, personen met dementie blijven vermoedelijk emoties zoals genot, deugd, pijn en verdriet ervaren.

Bij personen met dementie zijn de hersenen aangetast, ook het deeltje in de hersenen dat impulsen, emoties en stemmingen reguleert. Ze krijgen dus meer en meer moeite om hun emoties uit te leggen, maar door hun gedrag krijgt de omgeving een idee van hoe ze zich voelen. De impulsen die je als kind leert bedwingen zoals bijvoorbeeld een luide boer laten aan tafel worden niet meer tegengehouden door de hersenen, personen met dementie beseffen dan niet meer dat dat niet beleefd is en gaan de boer niet meer tegenhouden. Personen met dementie hebben sterk wisselende stemmingen, zo hebben ze niet veel nodig om van heel blij naar heel boos te gaan. Gelukkig gaan ze ook snel van heel boos naar heel blij, de zorgverlener kan hiervoor enkele trucjes gebruiken zoals bijvoorbeeld beginnen zingen, lachen, zot doen...